Opel Astra: Remmen - Rijden en bediening - Opel Astra - InstructieboekjeOpel Astra: Remmen

Het remsysteem omvat twee onafhankelijke remkringen.

Wanneer een remkring uitvalt, kan de auto nog met de andere kring worden afgeremd. De remvertraging wordt echter alleen bereikt wanneer u het rempedaal stevig bedient. Hiervoor is aanzienlijk meer kracht nodig. De remweg wordt langer. Alvorens de rit te vervolgen, moet u de hulp van een werkplaats.

Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de rembekrachtiging na het een- tot tweemaal bedienen van het rempedaal.

De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk meer kracht nodig om het rempedaal te bedienen. Vooral bij het slepen hiermee rekening houden.

Antiblokkeersysteem

Het antiblokkeersysteem (ABS) voorkomt dat de wielen blokkeren.

Zodra een wiel dreigt te blokkeren, regelt het ABS de remdruk af op het desbetreffende wiel. De auto blijft ook bij een noodstop bestuurbaar.

De ABS-regeling is merkbaar door het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.

Voor optimale remwerking het rempedaal tijdens het hele remproces volledig intrappen, ongeacht het tikken van het pedaal. De druk op het rempedaal niet verminderen.

Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt horen.

Rijden en bediening

Adaptief remlicht

Bij het met volle kracht remmen knipperen alle drie de remlichten zolang de ABS-regeling actief is.

Storing

Waarschuwing Bij een defect aan het ABS kunnen de wielen bij krachtig remmen de neiging hebben te blokkeren. De voordelen van het ABS vallen dan weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.

Oorzaak van de storing onmiddellijk door een werkplaats laten verhelpen.

Handrem

Waarschuwing Controleer de handremstatus, voordat u uit de auto stapt. Controlelamp Rijden en bediening (handbediende handrem) of Rijden en bediening (elektrische handrem) moet voortdurend branden.

Handbediende handrem

Rijden en bediening

Waarschuwing Handrem altijd zonder indrukken van de ontgrendelingsknop stevig aantrekken, op op- of aflopende hellingen altijd zo stevig mogelijk.

Om de handrem los te zetten, de handremhendel iets optillen, de ontgrendelingsknop indrukken en de hendel helemaal omlaagzetten.

Om minder kracht te hoeven uitoefenen bij het aantrekken van de handrem, tegelijkertijd het rempedaal intrappen.

Elektrische handrem

Rijden en bediening

Aantrekken tijdens stilstand

Waarschuwing Trek minimaal een seconde aan schakelaar Rijden en bediening tot het waarschuwingslampje Rijden en bediening constant brandt en de elektrische handrem is ingeschakeld. De elektrische handrem wordt bij voldoende kracht automatisch ingeschakeld.

Controleer de status van de elektrische handrem, voordat u uit de auto stapt. Waarschuwingslampje

U kunt de elektrische handrem altijd activeren, zelfs wanneer de ontsteking is uitgeschakeld.

Gebruik de elektrische handrem niet te vaak met een stilstaande motor, om te voorkomen dat de accu leegraakt.

Loszetten Contact inschakelen. Houd het rempedaal ingetrapt en druk daarna op de schakelaar Rijden en bediening.

Wegrijfunctie Auto's met handgeschakelde versnellingsbak: Door het koppelingspedaal in te trappen en iets te laten opkomen en het gaspedaal iets in te trappen zet u de elektrische handrem automatisch los. Dit is niet mogelijk wanneer op dat moment de schakelaar Rijden en bediening wordt aangetrokken.

Auto's met automatische versnellingsbak of geautomatiseerde versnellingsbak: Door D in te schakelen en het gaspedaal in te trappen zet u de elektrische handrem automatisch los. Dit is niet mogelijk wanneer op dat moment de schakelaar Rijden en bediening wordt aangetrokken.

Dynamisch remmen tijdens het rijden Wanneer u onder het rijden aan de schakelaar Rijden en bediening blijft trekken, zal de elektrische handrem de auto vertragen, maar niet tot stilstand brengen.

Zodra u de schakelaar Rijden en bediening loslaat, stopt het dynamisch remmen.

Automatisch inschakelen Als de auto is uitgerust met automatische versnellingsbak en adaptieve cruise control actief is, wordt de elektrische handrem automatisch ingeschakeld wanneer de auto gedurende meer dan twee minuten door het systeem wordt gestopt.

Na vertrek wordt de handrem automatisch uitgeschakeld.

Werkingstest Wanneer de auto niet beweegt, kan de elektrische handrem automatisch worden ingeschakeld. Dit wordt gedaan om het systeem te testen.

Storing De storingsmodus van de elektrische handrem wordt aangeduid door controlelampje en een bericht op het Driver Information Center. Trek de elektrische handrem aan: houd de schakelaar Rijden en bediening meer dan vijf seconden uitgetrokken. Als controlelampjeRijden en bediening brandt, is de elektrische handrem aangetrokken.

Zet de elektrische handrem los: houd de schakelaar Rijden en bediening langer dan twee seconden ingedrukt. Als controlelampje Rijden en bediening dooft, is de elektrische handrem losgezet.

Controlelampje Rijden en bediening knippert: elektrische handrem is niet helemaal aangetrokken of losgezet. Knippert de lamp continu, zet de elektrische handrem dan los en probeer deze weer aan te trekken.

Remassistentie

Bij het snel en krachtig intrappen van het rempedaal remt het systeem automatisch met maximale kracht.

Het werken van de remassistentie blijkt mogelijk uit het pulseren van het rempedaal en een grotere weerstand bij het intrappen van het rempedaal.

Blijf het rempedaal voor het maken van een noodstop gelijkmatig intrappen.

Bij het loslaten van het rempedaal neemt de maximale remkracht automatisch af.

Hellingrem

Het systeem voorkomt onbedoeld bewegen bij het wegrijden op hellingen.

Wanneer u het rempedaal loslaat nadat u op een helling bent gestopt, blijft de rem nog gedurende twee seconden ingeschakeld. Bij het optrekken van de auto worden de remmen automatisch losgezet.

Zie ook:

KIA Cee'd. Boordcomputer
De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit, wanneer het contact in stand ON staat. Alle opgeslagen rijgegevens (behalve kilometerteller, resterende afst ...

Toyota Auris. Roetfilter (alleen dieselmotor)
Als er zich een vooraf bepaalde hoeveelheid afzetting in het filter bevindt, wordt het filter automatisch gereinigd. ■ Reinigen van het roetfilter Het roetfilter wordt indien nodig gereinigd, ...

Modellen: