Peugeot 308: Rijadviezen
Houd u altijd aan de verkeersregels en let onder alle omstandigheden goed op.
Richt uw aandacht op het verkeer en houd uw handen op het stuurwiel, zodat u snel kunt reageren op onverwachte situaties.
Las tijdens een lange rit om de twee uur een pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem eerder af en houd meer afstand tot uw voorligger.
Rijden op een overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo veel mogelijk te vermijden, want het water kan de motor, versnellingsbak en het elektrische systeem van uw auto ernstig beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
- kijk of het water niet meer dan 15 cm diep is, houd daarbij rekening met golven die door andere weggebruikers kunnen worden veroorzaakt,
- schakel het Stop & Start-systeem uit,
- rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller dan 10 km/h,
- zet de auto niet stil en zet de motor niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte achter u hebt gelaten, rem dan, zodra de verkeerssituatie dat toelaat, meerdere keren licht af om de remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw auto, neem dan contact op met het PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Belangrijk!
Rijd nooit met aangetrokken handrem - kans op oververhitting
en beschadiging van het remsysteem! Kans op brand! Het
uitlaatsysteem van uw auto wordt erg warm en blijft ook na het
afzetten van de motor nog enige tijd warm.
Parkeer daarom uw auto niet en zet uw auto niet met draaiende motor stil op een plaats waar brandbaar materiaal (gras, afgevallen blad enz.) in contact kan komen met het uitlaatsysteem. |
Laat de auto nooit onbewaakt met draaiende motor achter. Als u uw auto met draaiende motor moet verlaten, trek dan de parkeerrem aan en zet de versnellingsbak in de neutraalstand of in de stand N of P, afhankelijk van het type versnellingsbak. |
Bij het trekken van een aanhanger
Gewichtsverdeling
Verdeel het gewicht in de caravan/ aanhanger gelijkmatig, plaats zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor af als men op grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke volgende 1000 m.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gewichten. |
Zijwind
- Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van het motortoerental.
- Pas uw snelheid aan om het toerental te beperken.
Het maximale aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentage en de buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Als het waarschuwingslampje van de koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie met het waarschuwingslampje STOP, stop dan zo snel mogelijk en zet de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de remweg.
Vermijd langdurig gebruik van de remmen om te voorkomen dat de remmen oververhit raken.
In dat geval is het raadzaam om op de motor af te remmen.
Banden
- Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
- Controleer de verlichting van de aanhanger en de hoogteverstelling van de koplampen van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de handmatige hoogteverstelling van de koplampen. |
Om bij het gebruik van een originele PEUGEOT-trekhaak het onnodig activeren van het geluidssignaal te voorkomen, wordt de parkeerhulp achter hierbij automatisch uitgeschakeld. |
Zie ook:
Toyota Auris. Doel van de schakelstanden
Schakelstand
Doel of functie
P
Parkeren van de auto/starten van de motor
R
Achteruit
N
Neutraalstand
D
Normaal rijden*1
M
Sequenti ...
Peugeot 308. Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in:
zone A, is de temperatuur in orde,
zone B, is de temperatuur te hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het waarschuwingslam ...