KIA Cee'd: Onderhoudsschema - Onderhoud - KIA Cee'd - InstructieboekjeKIA Cee'd: Onderhoudsschema

Volg het "Onderhoudsschema bij normaal gebruik" wanneer de auto normaalgesproken wordt gebruikt onder andere dan de hieronder vermelde omstandigheden.

Volg in de onderstaande gevallen het "Onderhoudsschema bij verzwaard gebruik".

Wanneer uw auto wordt gebruikt onder een van de bovenstaande omstandigheden dienen voor het controleren, vervangen en verversen kortere intervallen te worden aangehouden dan aangegeven in het "Onderhoudsschema bij normaal gebruik". Volg het voorgeschreven onderhoudsschema op. Let op de Tijdsinterval/Kilometerstand. Hiervoor geldt, welke het eerst wordt bereikt!

Onderhoudsschema bij normaal gebruik

Onderstaand onderhoud moet worden uitgevoerd voor een goede emissieregeling en goede prestaties. Houd voor behoud van de garantie kwitanties bij voor al het uitgevoerde onderhoud aan emissiesystemen. Wanneer zowel de gereden afstand als de tijd wordt aangegeven, is de onderhoudsfrequentie afhankelijk van wat het eerste wordt bereikt.

*1 : Controleer het motoroliepeil elke 500 km of voor een lange reis.
*2 : Dit onderhoudsschema is afhankelijk van de kwaliteit van de brandstof. Het is alleen van toepassing als een voorgeschreven brandstof wordt gebruikt <EN590 of gelijkwaardig>. Als de specificaties van de dieselbrandstof niet voldoen aan de EN590-norm, moet het filter vaker worden vervangen.
*3 : Indien de aanbevolen olie niet beschikbaar is, vervang dan iedere 20.000 km of 12 maanden de motorolie en het oliefilter.
*4 : Indien de aanbevolen olie niet beschikbaar is, vervang dan iedere 15.000 km (auto met MPI-motor) of iedere 10.000 km (auto met GDI-motor) de motorolie en het oliefilter.
*5 : Het motoroliepeil moet regelmatig worden gecontroleerd en op het juiste niveau worden gehouden. Een te laag oliepeil kan de motor beschadigen. Dergelijke schade valt niet onder de garantie.
*6 : Dit interval is afhankelijk van de brandstofkwaliteit. Dit geldt alleen indien een voorgeschreven brandstof wordt gebruikt (EN 590 of gelijkwaardig). Als de specificaties van de dieselbrandstof niet voldoen aan de Europese EN 590- normen, vervang het filter dan vaker. Als er belangrijke veiligheidsgerelateerde storingen optreden zoals beperkte brandstofdoorvoer, haperen van de motor, vermogensverlies, startproblemen, etc., vervang dan het brandstoffilter onmiddellijk ongeacht het onderhoudsschema en neem contact op met een officiële Kia-dealer voor meer informatie.
*7 : Het brandstoffilter geldt als onderhoudsvrij, maar regelmatige controle wordt aangeraden aangezien dit onderhoudsschema afhankelijk is van de kwaliteit van de brandstof. Als er belangrijke storingen optreden zoals beperkte brandstofdoorvoer, haperen van de motor, vermogensverlies, startproblemen, etc. vervang dan het brandstoffilter onmiddellijk ongeacht het onderhoudsschema en neem contact op met een officiële Kia-dealer voor meer informatie.
*8 : De vloeistof van de handgeschakelde transmissie en Double clutch-transmissie dient elke keer nadat deze ondergedompeld is geweest in water te worden vervangen.
*9 : Controleren en indien nodig af- of bijstellen of vervangen. Controleer de riemspanner, de spanrol, de dynamo en de poelie en stel af of bij of vervang, indien nodig.
*10 : Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd of gedemineraliseerd water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon kraanwater. Een onjuist koelvloeistofmengsel kan storingen en schade aan de motor veroorzaken.
*11 : Controleer op vreemde bijgeluiden en/of motortrillingen en stel indien nodig af.We raden u aan het systeem door een officiële Kia-dealer na te laten kijken.
*12 : Als er geen kwalitatief hoogwaardige benzine, die voldoet aan de Europese benzinenormen (EN228) of vergelijkbare benzine met brandstofadditieven, beschikbaar is, wordt geadviseerd één fles additieven aan de benzine toe te voegen. Bij uw officiële Kia-dealer zijn additieven verkrijgbaar met de daarbij behorende gebruiksinstructies. Gebruik nooit meerdere additieven tegelijk.

ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK (VERVOLG)

Onderhoudsschema

ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK (VERVOLG)

Onderhoudsschema

ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK (VERVOLG)

Onderhoudsschema

ONDERHOUD BIJ GEBRUIK ONDER ZWARE OMSTANDIGHEDEN

Controleer de volgende zaken vaker wanneer de auto veelvuldig onder zware rijomstandigheden wordt gebruikt. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de juiste onderhoudsintervallen.

R: Vervangen
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen

Onderhoudsschema

*1 : Indien de aanbevolen olie niet beschikbaar is, vervang dan iedere 7.500 km of 6 maanden (auto met MPI-motor) of iedere 5.000 km of 6 maanden (auto met GDI-motor) de motorolie en het oliefilter.
*2 : Indien de aanbevolen olie niet beschikbaar is, vervang dan iedere 10.000 km of 6 maanden de motorolie en het oliefilter.

Onderhoudsschema

ZWARE RIJOMSTANDIGHEDEN

A : Veel korte ritten
B : Langdurig stationair draaien
C : Rijden op slechte, stoffige, modderige en onverharde wegen, grindwegen of wegen waarop pekel gestrooid is
D : Rijden in gebieden waar veel zout of andere agressieve stoffen worden gebruikt. Of rijden onder koude weersomstandigheden
E : Rijden in een omgeving met veel zand
F : Voor meer dan 50% rijden in druk stadsverkeer bij temperaturen boven de 32ºC
G : Rijden in heuvelachtige gebieden.
H : Rijden met een aanhanger
I : Politieauto's, taxi's, bedrijfsauto's of bij het slepen van een auto
J : Rijden onder winterse omstandigheden
K : Rijden met snelheden boven 170 km/h
L : Veelvuldig korte ritten

Uitleg bij onderhoudsschema

Motorolie en oliefilter

De motorolie moet worden ververst en het filter moet worden vervangen volgens de intervallen van het onderhoudsschema.

Als er onder ongunstige omstandigheden gereden wordt, moet de olie vaker ververst en het filter vaker vervangen worden.

Aandrijfriemen

Controleer alle aandrijfriemen op tekenen van sneetjes, scheurtjes, overmatige slijtage of verzadiging met olie en vervang indien nodig. De spanning van de aandrijfriemen moet periodiek worden gecontroleerd en indien nodig worden afgesteld.

Brandstoffilter (element)

Door een verstopt filter kan de snelheid waarmee gereden kan worden, afnemen, het emissiesysteem beschadigd raken of slecht aanslaan veroorzaakt worden. Als zich in de brandstoftank te veel vuil ophoopt, dient het filter mogelijk vaker vervangen te worden.

Laat de motor na het plaatsen van een nieuw filter enkele minuten draaien en controleer de aansluitingen op lekkage.

We adviseren u het brandstoffilter te laten vervangen door een officiële Kia-dealer.

Brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen

Controleer de brandstofleidingen, - slangen en aansluitingen op lekkage en beschadigingen. We adviseren u de brandstofleidingen, brandstofslangen en aansluitingen te laten vervangen door een officiële Kia-dealer.

WAARSCHUWING - Alleen dieselmotor

Werk nooit aan het inspuitsysteem bij draaiende motor of binnen 30 seconden na het afzetten van de motor. De hogedrukpomp, de common rail, de verstuivers en de hogedrukleidingen staan onder hoge druk, ook als de motor uit is gezet. De brandstofstraal die kan ontsnappen, kan ernstig letsel veroorzaken. Mensen die een pacemaker dragen, mogen niet dichter dan 30 cm bij de motormodule of de bedrading in de motorruimte komen als de motor draait, omdat de hoge stroomsterktes in het common railsysteem aanzienlijke magnetische velden produceren.

Ontluchtingsslang en tankdop

De ontluchtingsslang en de tankdop moeten worden gecontroleerd volgens de intervallen van het onderhoudsschema.

Zorg ervoor dat de ontluchtingsslang of tankdop op de juiste manier vervangen wordt.

Vacuüm- en carterventilatieslangen (indien van toepassing)

Controleer het oppervlak van de slangen op sporen van oververhitting of mechanische schade. Hard en broos rubber, barstjes, scheurtjes, sneetjes, schaafplekken en overmatig zwellen zijn tekenen van veroudering. Besteed extra aandacht aan de controle van de delen van de slang die zich het dichtst bij warme onderdelen bevinden, zoals het uitlaatspruitstuk.

Controleer de ligging van de slangen om er zeker van te zijn dat de slangen niet in contact komen met warmtebronnen, scherpe randen of bewegende delen, waardoor schade door oververhitting of mechanische slijtage kan ontstaan.

Controleer of alle slangaansluitingen, zoals klemmen en koppelingen, goed vastzitten en niet lekken. Vervang slangen onmiddellijk als er sporen van veroudering of beschadigingen gevonden worden.

Luchtfilter

We adviseren u het luchtfilter te laten vervangen door een officiële Kia-dealer.

Bougies (benzinemotor)

Gebruik altijd nieuwe bougies met de juiste warmtegraad.

Klepspeling (benzinemotor)

Controleer op vreemde bijgeluiden en/of motortrillingen en stel indien nodig af.We adviseren u de klepspeling te laten afstellen door een officiële Kia-dealer.

Koelsysteem

Controleer de onderdelen van het koelsysteem, zoals radiateur, koelvloeistofreservoir, slangen en aansluitingen op lekkage en beschadigingen. Vervang beschadigde onderdelen.

Koelvloeistof

De koelvloeistof moet worden ververst volgens de intervallen van het onderhoudsschema.

Versnellingsbakolie (indien van toepassing)

Controleer de versnellingsbakolie volgens het onderhoudsschema.

Vloeistof Double clutchtransmissie (indien van toepassing)

Controleer de Double clutchtransmissievloeistof volgens het onderhoudsschema.

Automatischetransmissievloeistof (indien van toepassing)

Onder normale gebruiksomstandigheden hoeft de automatische-transmissievloeistof niet gecontroleerd te worden.

Bij zwaar gebruik raden we u aan het systeem te laten onderhouden door een officiële Kia-dealer overeenkoms-tig het onderhoudsschema.

AANWIJZING Automatische-transmissievloeistof is in eerste instantie rood van kleur.

Door het rijden wordt de automatischetransmissievloeistof donkerder.

Dit is normaal en de verkleuring is geen reden om de vloeistof te vervangen.

OPMERKING Het gebruik van andere dan de voorgeschreven vloeistof kan storingen en defecten in de transmissie veroorzaken.

Gebruik alleen de voorgeschreven automatische-transmissievloeistof.

Remleidingen en -slangen

Controleer visueel op juiste bevestiging, schaafplekken, scheurtjes, veroudering en lekkage. Vervang verouderde of beschadigde onderdelen direct.

Remvloeistof

Controleer het vloeistofniveau in het remvloeistofreservoir. Het vloeistofniveau dient zich tussen de merktekens MIN en MAX aan de zijkant van het reservoir te bevinden. Gebruik uitsluitend de voorgeschreven hydraulische remvloeistof (DOT3 of DOT4).

Schijfremmen, remblokken, remklauwen en remschijven

Controleer de remblokken op overmatige slijtage, de schijfremmen op slingering en slijtage en de remklauwen op vloeistoflekkage.

Zie de website van Kia voor meer informatie over het controleren van de remblokken en remvoeringen.

(http://www.kia-hotline.com)

Bevestigingsbouten wielophanging

Controleer of de bouten van de wielophanging goed vastzitten en niet beschadigd zijn. Draai ze met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.

Parkeerrem

Controleer het parkeerremsysteem, inclusief de EPD-servo, de bedrading en de stekkers.

Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen/onderste fuseekogel

Breng de auto tot stilstand, zet de motor uit en controleer op overmatige speling in het stuurwiel.

Controleer de stuurstangen op knikken of beschadigingen. Controleer de stofhoezen en fuseekogel op veroudering, scheurtjes of beschadigingen. Vervang beschadigde onderdelen.

Aandrijfassen en aandrijfashoezen

Controleer de aandrijfassen, -hoezen en klemmen op scheurtjes, veroudering of beschadigingen. Vervang beschadigde onderdelen en breng indien nodig nieuw vet aan.

Koudemiddel airconditioning/ aircocompressor (indien van toepassing)

Controleer de leidingen en aansluitingen van de airconditioning op lekkage en beschadigingen.

Zie ook:

Toyota Auris. Historische gegevens
1. Druk op de toets CAR op het navigatie-/multimediasysteem. 2. Selecteer "Historische gegevens". ■ Scherm "Historische gegevens" Het beste gemeten brandstofverbruik Het vorige geme ...

Ford Focus. Digitale radio - Auto's zonder: SYNC
Een radiobron selecteren Druk op de knop om de beschikbare radiobronnen weer te geven.Druk meermaals op de knop om naar de gewenste radiobron te gaan. Druk op de OK-toets.Voorkeuzestations ...

Modellen: