KIA Cee'd: Setup - Bedieningsorganen en functies systeem (Type B) - Audiosysteem - Kenmerken van uw auto - KIA Cee'd - InstructieboekjeKIA Cee'd: Setup

Startmodus

Druk op toets om het scherm Setup (instellen) weer te geven.

U kunt opties met betrekking tot [Display] (scherm), [Sound] (geluid), [Clock] (klok), [Phone] (telefoon) en [System] (systeem) selecteren en beheren.

Scherminstellingen

De helderheid instellen

Drukt op de toets Seleceer [Display] (scherm) Selecteer [Brightness] (helderheid)

Audiosysteem

Gebruik de toetsen , om de helderheid van het scherm aan te passen of stel de helderheid in op de modus Automatic (automatisch), Day (dag) of Night (nacht).

Druk op de toets om de standaardopties te herstellen.

  1. Automatic (automatisch): de helderheid wordt automatisch aangepast
  2. Day (dag): de helderheid blijft altijd hoog
  3. Night (nacht): de helderheid blijft altijd laag

Pop-upmodus

Druk op de toets Selecteer [Display] (scherm) Selecteer [Pop-up Mode] (pop-upmodus

Deze functie wordt gebruikt om het scherm Pop-up Mode weer te geven wanneer u de radio- en media-modi opent.

Als deze functie is ingeschakeld en u op de toets of drukt, wordt het scherm Pop-up Mode weergegeven.

AANWIJZING Het scherm Pop-up Mode voor media kan alleen worden weergegeven wanneer er twee of meer mediamodi zijn verbonden.

Door tekst scrollen

Druk op de toets Selecteer [Display] (weergave) Selecteer [Scroll text] (door tekst scrollen)

Deze functie wordt gebruikt om door tekst te scrollen die op het scherm wordt weergegeven wanneer de tekst te lang is om in zijn geheel te worden weergegeven.

Wanneer deze functie is ingeschakeld wordt er herhaaldelijk door de tekst gescrold. Wanneer de functie is uitgeschakeld, wordt er slechts één keer door de tekst gescrold.

Informatiescherm MP3

Druk op de toets Selecteer [Display] (scherm) Selecteer [Song Info] (info muziekstuk)

Audiosysteem

Deze functie wordt gebruikt om de informatie te wijzigen die wordt weergegeven in de modi USB en MP3 CD.

  1. Folder File (map, bestand): geeft de naam van de map en het bestand weer
  2. Album Artist Song (album, artiest, muziekstuk): geeft de naam van het album, de artiest en het muziekstuk weer

Geluidsinstellingen

Druk op de toets Selecteer [Sound] (geluid) Selecteer [Audio Setting] (audio-instelling)

Gebruik de toetsen om de instellingen voor Fader/Balance (fader/balans) aan te passen.

Gebruik de toetsen om de instellingen voor Bass/Middle/Treble (lage tonen, middentonen en hoge tonen) aan te passen.

Druk op de toets om de standaardopties te herstellen.

SDVC (snelheidsafhankelijke volumeregeling)

Druk op de toets Selecteer [Sound] (geluid) Selecteer [Speed Dependent Vol.] (snelheidsafhankelijke volumeregeling)

Het volumeniveau wordt automatisch aan de rijsnelheid aangepast. SDVC kan worden ingesteld op On/Off (aan/uit).

Gespreksvolume

Druk op de toets Selecteer [Sound] (geluid) Selecteer [Volume Dialogue] (spraakvolume)

Gebruik de toetsen om het spraakvolume aan te passen.

Touch Screen Beep (pieptoon van het touchscreen)

Druk op de toets Selecteer [Sound] (geluid) Selecteer [Touch Screen Beep] (pieptoon touchscreen)

Deze functie wordt gebruikt om de pieptoon van het touchscreen in of uit te schakelen.

Bluetooth Wireless Technology instellen

Het woord Bluetooth en het Bluetooth- merk en -logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.

en elk gebruik hiervan door Kia is toegestaan onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn het eigendom van hun respectievelijke eigenaren. Een mobiele telefoon met Bluetooth-ondersteuning is noodzakelijk om gebruik te maken van draadloze Bluetooth-techniek.

WAARSCHUWING Als u tijdens het rijden wordt afgeleid, kunt u de controle over de auto verliezen, met een aanrijding en mogelijk ernstig letsel tot gevolg. De voornaamste verantwoordelijkheid van de bestuurder is het veilig besturen van de auto volgens de wettelijke regels. Het gebruik van draagbare apparatuur of andere systemen die de aandacht van de bestuurder op welke wijze dan ook afleiden van de weg of het gebruik van draagbare apparatuur of andere systemen die wettelijk niet zijn toegestaan, is dan ook verboden.

Een nieuw apparaat koppelen

Druk op de toets Selecteer [Phone] (telefoon) Selecteer [Pair Phone] (telefoon koppelen)

Bluetooth Wireless Technologyapparaten kunnen met het audiosysteem worden gekoppeld.

Raadpleeg voor meer informatie de sectie "Koppelen via Telefoon instellen" in Bluetooth Wireless Technology.

De lijst met gekoppelde telefoons weergeven

Druk op de toets Selecteer [Phone] (telefoon) Selecteer [Paired Phone List] (lijst met gekoppelde telefoons)

Audiosysteem

Deze functie wordt gebruikt om mobiele telefoons weer te geven die aan het audiosysteem zijn gekoppeld. Als u een gekoppelde telefoon selecteert, wordt het menu Setup (instellen) weergegeven.

Raadpleeg voor meer informatie de sectie "Een Bluetooth Wireless Technology-verbinding instellen" in Bluetooth Wireless Technology.

1) : hiermee gaat u naar het vorige scherm

2) Connect/Disconnect Phone (telefoon verbinden/loskoppelen): hiermee verbindt u de geselecteerde telefoon of koppelt u deze los

3) Delete (verwijderen): hiermee verwijdert u de huidige telefoon

4) Change Priority (prioriteit wijzigen): hiermee stelt u de prioriteit van de momenteel geselecteerde telefoon in op de hoogste prioriteit voor de verbinding

AANWIJZING VOORDAT U TELEFOONBOEKEN DOWNLOADT

Telefoonboeken downloaden

Druk op de toets Selecteer [Phone] (telefoon) Selecteer [Phone book Download] (telefoonboek downloaden)

Het telefoonboek wordt gedownload van de mobiele telefoon en de voortgang van het downloaden wordt weergegeven.

AANWIJZING

Automatisch downloaden (telefoonboek)

Druk op de toets Selecteer [Phone] (telefoon) Selecteer [Auto Download] (automatisch downloaden)

Deze functie wordt gebruikt om tefoonboekvermeldingen van mobiele telefoons automatisch te downloaden zodra een Bluetooth Wireless Technology-telefoon is verbonden.

AANWIJZING

Uitgangsvolume

Druk op de toets Selecteer [Phone] (telefoon) Selecteer [Outgoing Volume] (uitgangsvolume)

Gebruik de toetsen om het uitgangsvolume aan te passen.

Het Bluetooth-systeem uitschakelen

Druk op de toets Selecteer [Phone] (telefoon) Selecteer [Bluetooth System Off] (Bluetooth-systeem uit) Als de Bluetooth Wireless Technology eenmaal is uitgeschakeld, worden de Bluetooth Wireless Technologyfuncties niet meer ondersteund in het audiosysteem.

AANWIJZING Als u de BluetoothWireless Technology weer wilt inschakelen, gaat u naar [Phone] (telefoon) en drukt u op "Yes" (ja).

OPMERKING De audiostreamfunctie via Bluetooth Wireless Technology wordt op sommige telefoons met Bluetooth Wireless Technology mogelijk niet ondersteund.

Systeeminstelling

Geheugeninformatie

Druk op de toets Selecteer [Sytem] (systeem) Selecteer [Memory Information] (geheugeninformatie)]

Audiosysteem

Met deze functie wordt informatie over het systeemgeheugen weergegeven.

  1. Using (in gebruik): geeft het geheugen weer dat momenteel wordt gebruikt
  2. Capacity (hoeveelheid): geeft de totale capaciteit weer

Kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerde audiobron.

De spraakherkenningsmodus instellen (indien van toepassing)

Druk op de toets Selecteer [Sytem (systeem) Selecteer [Voice Recognition System] (spraakherkenningssysteem)

Audiosysteem

Deze functie wordt gebruikt om de gewenste opties Normal (normaal) en Expert voor stembegeleiding te selecteren.

  1. Normal (normaal): wanneer u spraakherkenning gebruikt, biedt deze optie gedetailleerde stembegeleiding
  2. Expert: wanneer u spraakherkenning gebruikt, worden bij deze optie sommige gesproken instructies weggelaten

AANWIJZING Spraakherkenning is afhankelijk van SETUP het audiosysteem.

Taal

Druk op de toets Selecteer [Sytem] (systeem) Selecteer [Language] (taal)

Deze functie wordt gebruikt om de taal voor het systeem en de spraakherkenning te wijzigen.

Als de taal wordt gewijzigd, wordt het systeem opnieuw gestart en wordt de geselecteerde taal toegepast.

Taalondersteuning per regio

Achteruitrijcamera (indien van toepassing)

OPMERKING De achteruitrijcamera is uitgerust met een optische lens om een breder gezichtsveld te bieden die kan afwijken van de werkelijke afstand. Controleer om veiligheidsredenen ook zelf of de situatie links en rechts achter de auto veilig is.
Zie ook:

KIA Cee'd. Boordcomputer
De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie over de rit, wanneer het contact in stand ON staat. Druk minder dan 1 seconde op de toets om een groep te selecteren: ...

Ford Focus. ISOFIX verankeringspunten
WAARSCHUWING Gebruik bij toepassing van het ISOFIX systeem een voorziening die voorkomt dat de veiligheidsgordel kan draaien. Wij raden het gebruik van een veiligheidsgordel aan de bovenzij ...

Modellen: