KIA Cee'd: Standen contactslot - Rijden met uw auto - KIA Cee'd - InstructieboekjeKIA Cee'd: Standen contactslot

Verlicht contactslot

Standen contactslot

Ter verhoging van het comfort gaat, als het contact niet in stand ON staat, de contactslotverlichting branden als één van de voorportieren wordt geopend. De verlichting gaat direct uit als het contact in stand ON wordt gezet of 30 seconden nadat het portier is gesloten.

Standen contactslot

LOCK

Het stuurslot beschermt tegen diefstal.

De contactsleutel kan alleen uit het contact worden verwijderd als het contact in stand LOCK staat.

Om de contactsleutel in stand LOCK te zetten, moet deze in stand ACC worden ingedrukt en vervolgens naar de stand LOCK worden gedraaid.

ACC (Accessoires)

Het stuurwiel is van het stuurslot en de elektrische accessoires werken.

AANWIJZING Draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts om het contact gemakkelijker in stand ACC te kunnen zetten als het verdraaien van de contactsleutel moeilijk gaat.

ON

Voordat de motor wordt gestart, gaan de waarschuwingslampjes ter controle branden. Het contactslot keert na het starten terug in deze stand.

Laat, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, het contact niet in stand ON staan als de motor niet draait.

START

Draai de contactsleutel in stand START om de motor te starten. De startmotor draait totdat u de sleutel loslaat. De sleutel keert vervolgens terug in stand ON. In deze stand gaat het waarschuwingslampje van het remsysteem ter controle branden.

WAARSCHUWING - Contactsleutel
  • Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.

    Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen en neemt de remkracht af, wat tot een ongeval kan leiden.

  • Het stuurslot (indien van toepassing) dient niet ter vervanging van de parkeerrem.

    Controleer altijd of stand P (Park) is ingeschakeld bij een auto met een automatische transmissie, schakel de parkeerrem in en zet de motor uit voordat u de auto verlaat. Als deze voorzorgsmaatregelen niet worden opgevolgd, kan de auto onverwacht en plotseling in beweging komen.

  • Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de contactsleutel of andere bedieningsorganen te bedienen.

    Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen, wat kan leiden tot een ongeval en ernstig letsel.

  • Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.

    Deze kunnen tijdens het rijden gaan bewegen en de bestuurder hinderen, wat kan leiden tot een ongeval.

Starten van de motor

WAARSCHUWING Draag altijd geschikte schoenen tijdens het rijden. Ongeschikte schoenen (hoge hakken, skischoenen, enz.) kunnen het bedienen van het rempedaal, het gaspedaal en het koppelingspedaal (indien van toepassing) bemoeilijken.

AANWIJZING - Kickdown-mechanisme

Het kickdown-mechanisme in het gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld met volgas wordt gereden door het gaspedaal extra weerstand te geven. Als het gaspedaal echter voor meer dan 80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk al met volgas gereden en zal het gemakkelijker zijn om het pedaal verder in te trappen. Dit duidt niet op een storing.

Starten van de benzinemotor

1.Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.

2.Handgeschakelde transmissie - Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de versnellingspook in de vrijstand.

Houd het koppelingspedaal en rempedaal ingetrapt en draai de contactsleutel naar de stand START.

Automatische transmissie/DCT* - Zet de selectiehendel in stand P (Park). Trap het rempedaal volledig in.

De motor kan ook worden gestart met de selectiehendel in stand N.

* DCT: Double clutch-transmissie

3.Draai de contactsleutel in stand START en houd de sleutel in deze stand totdat de motor aanslaat (maximaal 10 seconden). Laat de sleutel vervolgens los.

Hij dient gestart te worden zonder het gaspedaal in te trappen.

4.Breng de motor niet op bedrijfstemperatuur door hem stationair te laten draaien. Ga rijden met gematigde motortoerentallen. (Vermijd krachtig accelereren en decelereren.)

OPMERKING Probeer de selectiehendel niet in stand P te zetten wanneer de motor tijdens het rijden afslaat. Als het veilig is met het oog op het overige verkeer, kunt u de selectiehendel tijdens het rijden in stand N zetten en kunt u de motor opnieuw proberen te starten door het contact in stand START te draaien.

 

OPMERKING Laat de startmotor niet langer dan 10 seconden achter elkaar draaien.

Wacht als de motor afslaat of niet aanslaat 5 tot 10 seconden alvorens de startmotor opnieuw in te schakelen. Als de startmotor niet op de juiste manier bediend wordt, kan hij beschadigd raken.

Starten van de dieselmotor

Om de dieselmotor te starten bij koude motor moet deze voorgegloeid worden voordat de motor wordt gestart, en vervolgens opgewarmd worden voordat u gaat rijden.

1. Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.

2. Handgeschakelde transmissie - Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de versnellingspook in de vrijstand.

Houd het koppelingspedaal en rempedaal ingetrapt en draai de contactsleutel naar de stand START.

Automatische transmissie/DCT* - Zet de selectiehendel in stand P (Park). Trap het rempedaal volledig in.

De motor kan ook gestart worden met de selectiehendel in stand N.

* DCT: Double clutch-transmissie

Standen contactslot

3. Draai de contactsleutel in stand ON om de motor voor te gloeien. Het controlelampje voorgloeien zal nu gaan branden.

4. Als het controlelampje voorgloeien uitgaat, draai dan de contactsleutel in stand START en houd de sleutel in deze stand totdat de motor aanslaat (maximaal 10 seconden). Laat de sleutel vervolgens los.

AANWIJZING Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is voltooid, zet het contact dan gedurende 10 seconden terug in stand LOCK en vervolgens weer in stand ON om de motor opnieuw voor te gloeien.

Starten en afzetten van een motor met turbo/intercooler

1. Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na het starten van de motor.

Laat een koude motor enkele seconden stationair draaien voordat u wegrijdt om ervoor te zorgen dat de turbocompressor voldoende smering krijgt.

2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting dient de motor voor het afzetten ongeveer 1 min stationair te draaien.

Door de motor stationair te laten draaien zal de turbo afkoelen voordat de motor wordt afgezet.

OPMERKING Zet de motor nooit direct af nadat hij zwaar belast is. Dit kan zware schade veroorzaken aan de motor of de turbocompressor.
Zie ook:

Toyota Auris. Afspelen van een disc met MP3- of WMA-bestanden
■ Selecteren van een map Druk op of om de gewenste map te selecteren. ■ Selecteren van een map en bestand uit een mappenlijst 1. Druk op "List" (lijst). De mappenlijst wordt we ...

Opel Astra. Aan/Uit-knop
Elektronische sleutel moet in de auto aanwezig zijn. Accessoirestand Druk een keer op Engine Start/Stop zonder het koppelings- of rempedaal in te trappen. De gele led in de toets brandt. H ...

Modellen: