Peugeot 308: Parkeerhulp - Rijden - Peugeot 308 - InstructieboekjePeugeot 308: Parkeerhulp

Parkeerhulp

Deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in de nabijheid van de auto (zoals voetgangers, auto's, bomen en slagbomen) die binnen het detectiebereik vallen.

Bepaalde obstakels (zoals paaltjes en pionnen) die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich in de dode hoek van het detectiebereik van de sensoren bevinden.

Deze functie is een hulpsysteem: de bestuurder dient altijd alert te blijven.

Parkeerhulp achter

De functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.

Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.

Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.

Geluidssignalen

Geluidssignalen

De bestuurder wordt via een onderbroken geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van obstakels. De frequentie van het geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.

Aan de weergave van het geluidssignaal via de luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.

Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter, klinkt het geluidssignaal ononderbroken.

Grafische weergave

Grafische weergave

De grafische weergave is een aanvulling op het geluidssignaal. Op het scherm of op het instrumentenpaneel worden blokjes weergegeven die het pictogram van de auto steeds dichter naderen. Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het symbool "Gevaar".

Parkeerhulp vóór

De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.

De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra de auto langer dan drie seconden stilstaat met een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan 10 km/h.

Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker (voor of achter) wordt weergegeven, is te herkennen of het obstakel zich voor of achter de auto bevindt.

Uitschakelen/activeren van de parkeerhulp vóór en achter

De functie kan worden uitgeschakeld via het menu " Rijhulpsysteem " van het touchscreen.

Druk op deze knop. Het lampje van de knop gaat branden.

Door de knop opnieuw in te drukken wordt de functie weer geactiveerd. Het controlelampje dooft.

De functie wordt automatisch uitgeschakeld zodra een aanhanger wordt aangekoppeld of een fietsendrager op de trekhaak wordt gemonteerd (auto's voorzien van een trekhaak die volgens de voorschriften van de fabrikant is gemonteerd).

 

De parkeerhulp is uitgeschakeld wanneer de functie Park Assist bezig is de beschikbare ruimte van een parkeerplaats te meten.

Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de Park Assist.

Storing

Als er een storing optreedt bij het inschakelen van de achteruitversnelling, gebeurt, afhankelijk van de uitvoering, het volgende:

Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Controleer bij slecht weer of in winterse omstandigheden of de sensoren soms bedekt zijn met modder, ijs of sneeuw. Bij het inschakelen van de achteruitversnelling geeft een geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat de sensoren vuil kunnen zijn.

De parkeerhulp kan geluidssignalen geven als reactie op bepaalde omgevingsgeluiden (motoren, vrachtwagens, drilboren, enz.).

 

Wassen met hogedrukspuit Houd tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal 30 centimeter van de sensoren.
Zie ook:

KIA Cee'd. Monteren van een kinderzitje met behulp van een ISOFIX-systeem en een systeem met bevestigingsbanden
(indien van toepassing) ISOFIX is een gestandaardiseerde methode voor het monteren van kinderzitjes die een einde maakt aan het vastmaken van kinderzitjes met de standaard veiligheidsgordel. ...

Ford Focus. Elektrisch bedienbare achterklep
WAARSCHUWING Het is heel gevaarlijk om in de bagageruimte of laadbak van een auto mee te rijden. Bij een aanrijding is het risico op ernstige verwondingen of overlijden groter voor personen ...

Modellen: