Toyota Auris: Als de accu leeg is
U kunt de volgende procedures gebruiken om de motor te starten als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede voertuig met een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de onderstaande hulpstartprocedure.
1. Auto's met een alarm: Controleer of u de sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het alarm afgaan of kunnen de portieren worden vergrendeld, afhankelijk van de situatie.
2. Open de motorkap.
3. Verwijder bij auto's met 1ND-TV motor de motorafdekplaat.
Trek de voorkant van de afdekkap omhoog om hem uit de bevestigingen te verwijderen en trek vervolgens aan de kap om hem los te maken uit de steunen op de achterste stang.
4. Sluit de startkabels als volgt aan:
1NR-FE motor
8NR-FTS motor
1ZR-FAE en 1WW motor
1ND-TV motor
- Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van uw auto.
- Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van de tweede auto.
- Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van de tweede auto.
- Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto met de ontladen accu op een stevig, stilstaand, niet gelakt metalen punt uit de buurt van de accu en bewegende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
5. Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het verhoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
6. Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
7. Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Houd het motortoerental van de tweede auto constant en zet het contact AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Houd het motortoerental van de tweede auto constant en zet het contact AAN. Start vervolgens de motor van de auto.
8. Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aansluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
- Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait. (Auto's met Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem.)
- Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende langere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■Laden van de accu De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu laadt automatisch op tijdens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de accu
- Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de accu ontladen is, is het in sommige gevallen niet mogelijk om de portieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met startknop. Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of te ontgrendelen.
- Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Mogelijk start de motor niet bij de eerste poging nadat de accu weer is opgeladen, maar start hij wel normaal bij de tweede poging. Dit wijst niet op een storing.
- Auto's met Smart entry-systeem met startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand die was geselecteerd voordat de
accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
- Auto's met Stop & Start-systeem: Na het opladen van de accu of het weer aansluiten van de accupolen, wordt de motor gedurende ongeveer 5 - 40 minuten mogelijk niet automatisch door het Stop & Start-systeem uitgeschakeld.
■Wanneer de accu wordt vervangen (auto's met Stop & Start-systeem) Gebruik een accu die geschikt is voor gebruik met het Stop & Start-systeem of een gelijkwaardige accu. Wanneer een niet-ondersteunde accu wordt gebruikt, wordt de werking van het Stop & Start-systeem mogelijk beperkt om de accu te beschermen.
Ook nemen de prestaties van de accu mogelijk af en kan de motor mogelijk niet worden herstart. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbranding komt:
- Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de bedoelde accupool.
- Zorg ervoor dat de op de "+"-pool aangesloten startkabel niet in contact komt met andere onderdelen of metalen oppervlakken, zoals metalen steunen en ongelakt metaal.
- Laat de "+" en "-" klemmen van de startkabels niet in contact komen met elkaar.
- Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt van de accu.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
- Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de carrosserie van de auto.
- Leun niet over de accu heen.
- Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen,
direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
- Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
- Houd kinderen uit de buurt van de accu.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt raken in de koelventilatoren of in de aandrijfriem van de motor.
Zie ook:
KIA Cee'd. Brandstofbesparing
Het brandstofverbruik van uw auto is voornamelijk afhankelijk van uw
rijstijl, de plaatsen waar u rijdt en de omstandigheden waaronder u rijdt.
Al deze factoren zijn van invloed op het
totale aa ...
KIA Cee'd. Ruitensproeier voorruit
(indien van toepassing)
Trek de hendel naar voren om de
ruitensproeier in te schakelen. Als de ruitenwisser in stand O (OFF) staat, zal
deze 1-3 wisslagen maken.
Gebruik deze functie om de ...