Toyota Auris: Rijden - Rijden met de auto - Voordat u gaat rijden - Rijden - Toyota Auris - InstructieboekjeToyota Auris: Rijden

Multidrive CVT

1. Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.

2. Deactiveer de parkeerrem.

3. Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gaspedaal in om de auto in beweging te brengen.

Handgeschakelde transmissie

1. Zet met ingetrapt koppelingspedaal de selectiehendel in de 1e versnelling.

2. Deactiveer de parkeerrem.

3. Laat het koppelingspedaal geleidelijk opkomen. Trap tegelijkertijd het gaspedaal langzaam in om de auto in beweging te brengen.

Tot stilstand brengen van de auto

Multidrive CVT

1. Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.

Auto's met Stop & Start-systeem: Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt de motor uitgeschakeld bij het intrappen van het rempedaal.

2. Activeer indien nodig de parkeerrem.

Zet de selectiehendel in stand P of N als de auto langdurig stil zal staan.

Handgeschakelde transmissie

1. Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.

2. Activeer indien nodig de parkeerrem.

Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectiehendel in stand N.

Auto's met Stop & Start-systeem: Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt de motor uitgeschakeld als de selectiehendel in stand N wordt gezet en het koppelingspedaal wordt losgelaten.

Parkeren van de auto

Multidrive CVT

1. Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.

2. Activeer de parkeerrem, en zet de selectiehendel in stand P. Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.

3. Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT om de motor uit te schakelen.

Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop om de motor uit te schakelen.

4. Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de sleutel bij u hebt.

Handgeschakelde transmissie

1. Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.

2. Activeer de parkeerrem.

3. Zet de selectiehendel in stand N. Zet de auto bij het parkeren op een helling in de 1e versnelling of de achteruit en plaats indien nodig wielblokken.

4. Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT om de motor uit te schakelen.

Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop om de motor uit te schakelen.

5. Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de sleutel bij u hebt.

Zie ook:

Ford Focus. Mistachterlichten
De mistlampen achter in of uitschakelen WAARSCHUWINGGebruik het mistachterlicht niet wanneer het regent of sneeuwt en het zicht meer is dan 50m. U kunt de mistlampen achter inschakelen in een v ...

Citroen C4. Statische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht wordt de mistlamp vГіГіr ingeschakeld om de binnenkant van de bocht extra te verlichten bij snelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op bochtige wege ...

Modellen: