Toyota Auris: Plaatsen van het reservewiel - Als de auto een lekke
band heeft (auto's met
reservewiel) - Stappen die genomen
moeten worden in
noodgevallen - Bij problemen - Toyota Auris - InstructieboekjeToyota Auris: Plaatsen van het reservewiel

1. Verwijder eventueel aanwezige verontreinigingen van het contactvlak van de velg.

Als er verontreinigingen op het contactvlak aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los kan raken.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

2. Plaats het wiel en draai elke wielmoer met de hand ongeveer in dezelfde mate vast.

Draai bij het vervangen van een wiel met een stalen velg (inclusief een compact reservewiel) de wielmoeren verder tot het tapse gedeelte aan ligt tegen de zitting van de velg.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

Draai bij het vervangen van een wiel met een lichtmetalen velg door een wiel met een stalen velg (incl. een compact reservewiel) de wielmoeren verder tot het tapse gedeelte aan ligt tegen de velg.

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

3. Laat de auto zakken.

Auto's met een compact reservewiel

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

Auto's met een volwaardig reservewiel

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

4. Draai iedere moer twee of drie keer aan in de volgorde die in de afbeelding is aangeven.

Aanhaalmoment: 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft*lbf)

Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen

5. Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.

■Het volwaardige reservewiel

■Het compacte reservewiel

■Bij gebruik van het compacte reservewiel De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.

■Bij gebruik van het reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aangegeven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.

■Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met sneeuw of ijs Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel.

Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:

  1. Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
  2. Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achterzijde afkomstig is.
  3. Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.

■Monteren wieldop (auto's met stalen velgen) Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met het ventieldopje zoals aangegeven in de afbeelding.

WAARSCHUWING

■Bij gebruik van het volwaardige reservewiel (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)

■Bij gebruik van het compacte reservewiel

Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een andere auto.

■Bij gebruik van het compacte reservewiel Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de volgende systemen niet goed werken:

■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is gemonteerd.

Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden.

Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en ernstig letsel.

■Na gebruik van gereedschap en krik Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.

OPMERKING

■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het compacte reservewiel onder de auto gemonteerd is.

De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig bij het rijden over slechte wegen.

■Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.

De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin beïnvloeden.

■Bij het vervangen van banden (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgegaan.

■Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem) Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.

Zie ook:

Toyota Auris. Motorolie
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette motor. ■ Controle van motorolie 1. Benzinemotor: Plaats de auto op een horizontale ondergrond. Wacht, nada ...

Toyota Auris. Motorruimte
■ 1NR-FE motor Sproeierreservoir Koelvloeistofreservoir Motorolievuldop Oliepeilstok Accu Zekeringenkast Elektrische koelventilator Condensor Radiateur ■ 1Z ...

Modellen: